inloggen

biografie: Herluf van Merlet

Herluf van Merlet

pseudoniem van Herluf Christiaan Josef Aloysius  van Lamsweerde

*Arnhem 17-05-1900  -   † Bussum, 27-01-1965.

Schrijver en dichter.

Herluf studeerde rechten in Amsterdam maar voordat hij was afgestudeerd  kreeg hij  een baan als kunstredacteur bij het katholieke dagblad De Tijd. Tijdens zijn rechtenstudie publiceerde hij de dichtbundel 'Uit stille stonden mijner jeugd' (1918) en de roman 'Elwin' (1920). Hij werkte mee aan tijdschriften als Roeping, Dietsche Warande & Belfort, De Nieuwe Eeuw en De Gemeenschap. In 1932 werd hij chef buitenland van de Verenigde Katholieke Pers. In 1937 werd hij secretaris van het hoofdbestuur van de K.R.O. Van 1936 tot 1942 was Van Merlet hoofdredacteur van De Nieuwe Dag, een ochtendeditie van De Tijd. In 1942 werd die krant door de Duitse bezetter verboden. Van Merlet sloot zich aan bij het verzet, werkte mee aan de Paroolgroep, was redacteur van de illegale Oranjekrant en gaf het verzetsblad Luctor et Emergo uit. Hij werd als katholiek adviseur van de verzetsorganisatie De Raad van Verzet (RVV). In 1944 werd hij geïnterneerd in het concentratiekamp Amersfoort. Daar kreeg hij een longziekte, waarvan hij niet volledig herstelde.

Na de oorlog nam hij het hoofdredacteurschap van de De Nieuwe Dag weer op zich. Ook werd hij hoofdredacteur van het dagblad De Tijd-Maasbode (1952-1965).

Behalve dichtbundels, novellen en romans, waarvan 'Het zaad tussen de doornen' (1947) het meest succesvol was, schreef hij essays, gebundeld in 'Adam en Eva voor de spiegel' (1946) en 'Aphorismen' (1946).

Herluf van Merlet stierf aan de gevolgen van  een ernstige ziekte. Hij is begraven in het familiegraf op het R.K. Kerkhof, Nieuwe Hilversumseweg 55 te Bussum.


Inzendingen van deze schrijver

1 resultaat.

Kind in sneeuw

gedicht
4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 1.852
De sneeuwvlinders fladderen wild laag langs het betonnen plafond en vinden geen uitweg dan sterven, het pad nergens heen wordt al slik. Maar ’t gras is een pasverschoond bed, de lakens nog koud en kraakwit, waarop met een o in de mond ...