inloggen

biografie: Iris Van de Casteele

1931 - 2015

BIOGRAFIE

 

Méér dan een halve eeuw dichterschap

 

Iris Van de Casteele is een gedreven dichteres. Een vreemde kracht gaat uit van haar oeuvre, en het allerminste wat we van haar gedichten kunnen zeggen is dat ze authentiek zijn. Ze laat zich niet meedrijven met de stroom. Ze laat zich niet beïnvloeden noch door mode, noch door stijlen, en zet eigenzinnig en koppig haar ingeslagen weg voort.

Ze werd geboren te Adegem, in de provincie Oost-Vlaanderen, waar ze de gemeenteschool bezocht, genoot middelbaar onderwijs te Maldegem, en voltooide haar studies te Brussel waar ze talen studeerde. Ze is gehuwd met de Uruguayaanse musicus Juan Carlos 'Cacho' Aguirre.

Als vertaalster heeft ze heel wat poëtisch werk verzet, vertalend o.a. werk van de Spanjaard Pablo Steel (Isis), van de Uruguayaanse dichteressen Alba Roballo, Juana de Ibarbourou, Sara de Ibañez, en Idea Vilariño, en van de Rus Naoum Yakimov. Van de Nederlanders Pieter A. Kuyk en Nel Veerman vertaalde ze gedichten naar het Frans en gaf ze uit. Ze schreef ook gedichten rechtstreeks in het Frans, in het Spaans en in het Duits.

Op achtjarige leeftijd schreef ze haar eerste versje 'Beekske'. Haar eerste bundel 'Witte Silhouetten' werd uitgegeven in 1984, een bibliofiele uitgave van Artigraph. In dit waardevol kunstboek plaatst ze naast haar eigen 21 gedichten, 21 tekeningen van de gewaardeerde kunstenaar André Van Laere. Tekeningen die ze zelf uitkoos omdat ze die adequaat vond, als van uit één zelfde intuïtie ontstaan.

Iris Van de Casteele publiceerde tot op heden 41 dichtbundels, o.m. 'Emma', 'Metamorfoses' 'Paradijsvogels', 'Heidens heilig', 'Tot in het Merg',Naar de voltooiing toe’ en onlangs de spaanstalige bundel “La escalera de Ritsos”. De dichteres is oprichtster en hoofdredactrice –sinds 1989– van 'De Poëzietuin', een literaire pagina van het weekblad 'Vrij Maldegem'. Als columniste schrijft ze scherpe artikels. Ze geeft zich moeite. Haar objectief is zich inzetten voor sociale rechtvaardigheid, voor de medemens en voor alles wat om aandacht vraagt. Ze doet het in gedurfde taal. Sinds 1990 is ze de bezielster en verantwoordelijke van poëzie-uitgaven de 'De Distel'.

De gedichten van Iris Van de Casteele beschrijven niet één of ander idyllisch tafereel, maar glijden als natuurlijke kinderen uit haar ingewanden, waar ze zich genesteld hebben na een lang rijpingsproces. Ze zijn het leven zelf, het fysisch leven, geslagen en gestoten.
De lezer –die ze weet te assimileren– ontdekt dat de schoonheid van deze poëzie ligt in de passie, het medelijden, de tederheid, het vuur, de resistentie en de oprechtheid.

Al haar gedichten getuigen van grote eerlijkheid, en van een fascinerende kracht die de lezer aangrijpt en overweldigt tot in het diepste van zijn zijn. De profetische woorden, soms visionair, nodigen uit tot een intieme lectuur; een méér immanente. -  DVK

 


Inzendingen van deze schrijver

4 resultaten.

Een veld vol papavers

gedicht
4.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 4.060
Hoe hij zich ingroef. Hoe hij dan lag te luisteren tot de zon de nevel doorboorde met licht. Hoe het dan spatte uit duizend geweren, hoe de vogels verbloedden in het klaprozenrood. Papavers. Een veld vol papavers. Zoveel schrijnende wonden. Zoveel gloeiende ogen. Zoveel aarde...

LIEFSTE

gedicht
3.0 met 264 stemmen aantal keer bekeken 65.023
Als ik er niet meer ben deel me dan uit als brood onder de levenden en weet... tussen de klaproos en de korenbloem stond ik te wuiven als graan gedenk mij wanneer de halmen rijpen of als de leeuwerik ten hoogsten hemel stijgt aanhoor de elegie van pijnboom en plataan denk hoe...

WOLLEBOLLE NACHT

netgedicht
2.0 met 16 stemmen aantal keer bekeken 1.839
Sneeuw die niet wil komen 't is alsof 't geen feest mag zijn toch zag ik twee witte poezen in hun wollebolle pracht 't leken echte siamezen witter kon niet zachter mocht niet wie de poezen wil genezen van hun wollebolle pijn kan de wolken overlezen ergens heb ik nog een...

CURRICULUM VITAE

netgedicht
4.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 304
Toen ik werd geboren was het hoog seizoen voorbij maar op de zolder lag het graan in korrels bij elkaar zo weet ik dat het ooit bestond het koren. Wat van papavers overbleef werd gloed bij avond, vroeg ging ik houden van rood nog eer ik wist dat deze kleur zou kleven aan mij zoals ze...