inloggen

biografie: J. Antonides van der Goes

1647 - 1684

Joannes Antonides van der Goes, 

Goes 1647-  Rotterdam 1684 

Hij studeerde in Amsterdam voor apotheker, maar wijdde zich zeer jong aan de poëzie, getuige zijn treurspel Trazil of overrompelt Sina (1666). Door dit werk raakte hij bevriend met de bijna 60 jaar oudere Vondel, die bewondering had voor zijn barok talent. Van 1669 tot 1671 was hij lid van het classicistische genootschap Nil Volentibus Arduum. Vanwege de kritiek op Vondel en om de betutteling van zijn De Ystroom verliet hij het genootschap. 
Zijn hoofdwerk  De Ystroom (1671) is een lofzang in vier boeken op Amsterdam en het IJ; het bevat  taferelen in  realistische trant - maar ook lange passages van overdadige retoriek - waarbij gravures van Romeijn de Hooghe een passende illustratie vormen. Na dit stroomgedicht schreef hij  nog wat gelegenheidspoëzie.
Met steun van een bewonderaar kon Antonides van der Goes te Utrecht, na het vertrek van de Franse troepen, medicijnen studeren; hij promoveerde  in 1674. Daarna vestigde hij zich te Rotterdam.
In 1678 trouwde hij met Suzanna Bormans. Daarna hield hij zich bezig met het ontwerpen van een heldendicht over de apostel Paulus, maar er is niets van gekomen, want in 1684 spuugde hij bloed, waarna hij snel overleed. Zijn dood werd door de voornaamste dichters van zijn tijd in deftige lijkzangen betreurd. In het volgende jaar gaf zijn vader zijn verzamelde gedichten in het licht, die in 1705 door een tweede druk gevolgd werden; in 1714 verscheen een andere druk onder redactie van D. van Hoogstraten.


Gedichten (1685), met biogr. door A. Janssen; Idem (17143), met biogr. door D. van Hoogstraten.


Inzendingen van deze schrijver

4 resultaten.

OP HET VERJAREN VAN Mejuffrouw SUZANNA BORMANS.

poëzie
3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 5.665
Het zonnelicht verrijst zo vrolijk als uw wezen. Als lachte 't u op uw verjaardag toe, Begaafde maagd, zo zacht van aard, zo uitgelezen, Wier liefelijk gezicht ik nimmer moe Lang wens te zien verrukt en opgetogen. En mij nog lang te spieglen in uw ogen. 1675

AAN JUFFROUW SUZANNA BORMANS, ZIEK ZIJNDE

poëzie
4.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 584
O Lenteroos, hoe zijn uw bladen Dus slap, hoe hangt u 't hooft zo neer, Dat koorts, met zilvren dauw beladen, Kon strijken aller bloemen eer? Waarom is schoonheid juist zo teer? Waar is dat blozend rood geweken, Dat aangename rozenbloed, 't Geen eedle zielen kon ontsteken, Om...

Op de geestelijke gedichten van Hieronymus Sweerts.

poëzie
4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 802
Geweldenaars, die kuise Zanggodinnen Zo onbesuisd mishandelt en onteert, En hen, in 't oog van ieder geschoffeerd, Noch vergt om hulpe in uw ontuchtig minnen, Als hadden ze, in bordelen opgevoed, Een druppel van dat geil en eerloos bloed. Kom, leer van Sweerts, door eedler...

Grafschrift voor een gissende Filosoof

poëzie
3.0 met 11 stemmen aantal keer bekeken 3.692
Treed zachtjes, wandelaar; neen, treed vrijmoedig aan. Gij hebt geen nood van hem te wekken, Want ook al hoorde hij u op zijn grafsteen gaan, Hij zou het tóch in twijfel trekken.