inloggen

biografie: Jozef Deleu

[Roeselare 1937 - ....]

Deleu studeerde voor onderwijzer en gaf van 1956 tot 1970 les.

In 1957 richtte hij met een aantal vrienden het tijdschrift 'Ons Erfdeel' op om iets te doen aan de bedreigde positie van het Nederlands in Frans-Vlaanderen. Al snel groeide het tijdschrift uit tot een belangrijke vertegenwoordiger van het culturele erfgoed van de lage landen. In 1972 begon hij met de uitgave van een blad dat zich tot de Franstalige markt richtte 'Septentrion, revue de culture néerlandais'. Vier jaar later begon hij  het jaarboek  De Franse Nederlanden/Les Pays Bas Français uit te geven.

Naast schrijver is hij samensteller van bloemlezingen.

Jozef Deleu is ook hoofdredacteur van het poëzietijdschrift Het liegend konijn.

Werk:

De ontmoeting (1962)
Schaduwlopen (1963)
De purperen jasmijn (1966)
Nederlander en Europeër (1966)
Frans-Vlaanderen (1968)
Nachtwerk (1970)
Brieven naar de overkant (1972)
De stilte groeit (1975)
Gezangen uit het achterland (1981)
Tekenen van tijd (1984)
De hazen aan de kim (1985)
'Citoyen de la Frontière' (1988)
Een beetje Columbus zijn (1989)
Verzwegen misverstanden (1991)
De pleinvrees der kanunniken (1993)
De jager heeft een zoon (1995)
Hazen troepen samen (2000)

Inzendingen van deze schrijver

3 resultaten.

Landschap

gedicht
2.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 4.312
Kijken hoe het licht wandelt over het land met de schaduw aan de hand hoe de ruimte vorm krijgt van zien --------------------------------- uit: 'Tussen zon en maan', 2002.

Dochter

gedicht
3.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 10.216
voor marjolein hij hoort haar kijken door het raam als hij verdwijnt in de nacht draagt zij zijn hart ------------------------ uit: 'Overboord', 2012.

Angst

gedicht
3.0 met 25 stemmen aantal keer bekeken 12.918
De lamp vult heel de kamer met zijn bolle glazen oog. Mijn ogen liggen gans verlaten in de schaduw van mijn hoofd. De slagen van de klokken naderen uit het huis van God-zij-geloofd. Ik zie een leger lampen in mijn kamer, ik hoor de stemmen van een koor. Niemand kan mij zien noch...