inloggen

biografie: Louis de Bourbon

[Renkum 1908 – Arnhem 1975]

Louis Jean Henri Charles Adelberth de Bourbon  was een Nederlands dichter en prozaschrijver.

De Bourbon was een achterkleinzoon van de in 1845 te Delft overleden Franse troonpretendent Karl Wilhelm Naundorff, wiens nazaten gerechtigd waren de naam Bourbon te voeren.

Louis de Bourbon studeerde rechten te Nijmegen en behaalde daar in 1933 de meestertitel. Daarna was hij werkzaam in de journalistiek (o.a. in Nederlands Oost-Indië) en van 1938 tot 1943 was hij burgemeester van Oss; tijdens de Duitse bezetting was De Bourbon ook leider van verzetsgroepen. Na de Tweede Wereldoorlog wijdde hij zich vooral aan de letteren.

Later werd aangetoond dat Naundorffs DNA niet verwant is met dat van de Bourbon familie. Louis de Bourbon is dus geen nazaat van Lodewijk XVI.

Werk:

Reisverhalen (1931)
Zwerving (1932)
Het licht achter Golgotha (1934)
In extremis (1935)
Vrouwen (1937)
In ballingschap (1939)
Als de rozen verwelkt zijn (1941)
Twaalf maal Azië (1941)
Nocturne (1944)
Vier onbekenden (1946)
Inggih Ndoro (1948)
Het negende uur (1950)
De troubadour (1951)
Dromen tot Xylotimbou (1952)
Voor haar alleen (1952)
Halverwege (1953)
Het rood van de hemel (1953)
Het andere lied (1955)
De betere wereld (1956)
De verdrevene (1956)
Karambool (1959)
De zwarte vanen (1963)
Ex toto corde (1964)
Zigeunerbloed (1968)
Verzamelde gedichten (1974)