inloggen

biografie: Willem Jan Otten

Willem Jan Otten [Amsterdam 1951 - ]

Willem Jan groeide op in een milieu waar muziek een belangrijke rol speelde. In 1959 verhuisde het gezin Otten naar Laren. Zijn ouders scheidden toen Willem Jan acht jaar was. Na het eindexamen gymnasium in 1970 ging hij in Amsterdam Engels studeren. Als toneel- en literatuurrecensent werkte hij tussen 1975 en 1982 voor Vrij Nederland. Onder het pseudoniem Wilhelm Schön schreef hij in die periode met Elmer Schönberger operarecensies en voor het tijdschrift Key Notes bijdragen over muziektheater. Daarna werkte Otten als dramaturg voor de Toneelgroep Baal.

Hij is getrouwd met de schrijfster Vonne van der Meer.

Zijn literaire loopbaan begon hij als dichter met de bundel Een zwaluw vol zaagsel (1973). In 1978 werd zijn eerste toneelstuk Henry II in boekvorm gepubliceerd. Ottens bekendste toneelstuk is Een sneeuw dat in 1983 voor het eerst en in 1997 opnieuw werd gespeeld.

Als schrijver debuteerde hij in 1990 met de novelle Een man van horen zeggen. Zowel voor de hoofdpersonen in beide toneelstukken als in de novelle geldt dat zij onmachtig door geheugenverlies of verlies van spraakvermogen en de dood hun identiteit ingevuld zien door de herinneringen of het beeld van anderen.

In 1999 speelde Het Nationale Toneel Ottens bewerking van de Couperus-roman Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan.

Literaire prijzen:


1972: Reina Prinsen Geerligs-prijs
bekroond werk: Een zwaluw vol zaagsel

1981: Herman Gorter-prijs
bekroond werk: Ik zoek het hier

1992: Jan Campert-prijs
bekroond werk: Paviljoenen

1995: Busken Huet-prijs
bekroond werk: De letterpiloot

1999: Constantijn Huygens-prijs

bekroond werk: gehele oeuvre


Inzendingen van deze schrijver

7 resultaten.

Strand

gedicht
4.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 4.145
Een zandstraal wind in de rug, ergens tussen de badweg en Het Hon het strand een aftelrijm van palen. Waar de zee nog dun is als een pink rollen strandlopertjes als biljartballen over het laken van het water, overrompeld soms door zeeschuim. En waar het duin verzandt Ontstaan om wrakhout,...

Tegen de weemoed

gedicht
3.0 met 32 stemmen aantal keer bekeken 16.569
Een karavaan voddenmannen trekt al dagen klagend langs het raam. Jaargetij van stafrijm. De krant die uit de schemering de gang inglijdt is klam. Commentaren vragen aandacht voor de dodo, en je weet: het is oktober. Valt een spin het afwaswater in. Najaar, vuurtje in de nevel,...

Op de hoge

gedicht
3.0 met 25 stemmen aantal keer bekeken 24.099
Liep augustus op zijn einde, sloot de badmeester de hokjes af, fietste neuriënd september in. Niemand was er dan ook bij dat ik de plank betrad. Ik was geblinddoekt als een deserteur. Dit zijn de stappen bang bang bang. In het Bospad op de hoge zweet men het peentje bangverlang. De...

De pasgetrouwden

gedicht
2.0 met 346 stemmen aantal keer bekeken 114.277
Gevuld met helder water staat er op de tafel in de tuin een schaal. Wie hem daar plaatste deze nacht, geen flauw benul, en het is februari, en het water wiegend zich bedaart. Ster na ademloze ster begeeft zich op het watervlak. Dit kan niet opgetild, of heel het uitspansel gulpt plons naar...

Het wak van Eden

gedicht
3.0 met 18 stemmen aantal keer bekeken 8.002
Van kindsbeen heb ik kennis van een wak. Denk ik het in dan denk ik mij in de voorbedachte winterdag waarop ik, spijbelend, in de late ochtendschemering, een onbeschaatste, mensverlaten wijde Ankeveense Plas beging waarin mij wachtte steeds hetzelfde en mij toegedachte wak. Denk ik het in...

Hij krijgt de tijd

gedicht
3.0 met 42 stemmen aantal keer bekeken 12.984
Tussen zijn aankomst en zijn gaan ontkwam de tijd die nodig was geweest om te bestaan. Zoveel wist hij. Maar onder aan het strandhotel richtten zich de golven op en vielen neer. Soms trad in deze buldering ineens een stilte in. Het was alsof het eiland dan zichzelf vernam. Dit is de tel...

Sloot

gedicht
2.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 7.243
Geen bel ontsnapt zijn keurslijf; het wak geslagen door een steen groeit dicht: hij ligt te hopen op een bui die hem zijn huid afstroopt. ------------------------ Van Willem Jan Otten (1952) verschijnt binnenkort een nieuwe bundel gedichten. Dit gedicht komt uit 'Het keurslijf', 1974.