Het rommelt in mijn hoofd
het borrelt, pruttelt, kookt
kan niet redelijk denken
m'n hersens zijn verdoofd.
Ben kribbig, niet aardig
zie spoken om me heen
onzeker, geïrriteerd
mijn eigen ik niet waardig.
Wil mezelf weer zijn
kalm en evenwichtig
want door dit gepruttel
voel ik me zó klein.…
Herders meden ’s nachts de hei,
marskramers meden Mook,
zelfs de stropers waren niet blij
met de dwaallichtjes hun gespook.
De mensen waren ten einde raad
en wendden zich tot de pastoor;
die stelde, dapper en kordaat,
een persoonlijk onderzoek voor.…