Nooit meer die vertrouwde kerkgang;
nooit meer lopen langs die gevelzwaan,
dat appelboompje in de tuin zien staan;
nooit meer die opgang op,
die trap naar de kapel;
nooit meer kunnen zitten
op die vertrouwde plek;
nooit meer die begroetingen
van bekende kerkgenoten;
nooit meer die bekende liturgie
in 't hoofd geprent na 22 jaren;
nooit meer…
het was een plek die wekelijks houvast bood
terwijl je verder steeds meer los moest laten
dierbaren, gezondheid, werk en jeugd
je ervoer daar momenten van genade
waarin de eeuwigheid zich openbaarde
velen werden er geroepen tot nieuw leven
er werd een stukje meegelopen op de laatste reis
en als je het gewoonweg niet meer wist
dan brandde…