Je ziet duidelijk daar die klokkentoren
zijn schaduw valt reeds ver naar voren
als zij al vele malen slaat.
Het verkeer wordt minder intensiever
het klokgeluid klinkt ook wat liever
als het stil wordt op plein en straat.
Menigeen vindt een terrasje
drinkt een biertje of een kwastje
of misschien een wisky puur.
Sommige wat rood door de zon gepijnigd…
De weerhaan op de klokketoren
zet zich piepend naar de wind,
een kat vlucht weg, een deur klapt dicht
en in de verte huilt een kind,
op de daken regengetrommel
aarzelend, totdat het z'n ritme vindt.
De natte aarde trilt en siddert
als 't ontij uit z'n voegen barst.…
ogen wordt aanschouwd
maar bovenal ben ik
bij tijd en wijle het besmette
melaatse laken dat je kreukelt
met in tongen gesproken berichten
edoch, mijn taal neem jij als een zee
van bloeiende bloemen en draagt ze
mee in de vaargeul van je diepte, ach
de nachten zijn slechts nog een herinnering
wanneer de dag onthutst het gezang
van de klokketoren…
Mezen tjilpen nog tussen sprokkelhout
en glippen de klokketoren binnen.
Je bent voor een ander licht gezwicht.
We verbijten tranen, onze klieren weigeren.
Engelen zaten op een wolk naast jouw bed.
en wenkten je naar een hemel van hars.
Misschien kerfde ik te vaak in de bast.
Ik geloof het vandaag. Morgen een vraag.…