met al zijn handel op zijn rug
stond Koos de kramer naast de brug
zijn waterblaas te legen
de steile oever van de beek
was, zo hem pas iets later bleek
bemodderd door de regen
Koos had zijn plasje net gedaan
en wilde weer naar boven gaan
maar is toen uitgegleden
geholpen door zijn handelsvracht
en door de aardse zwaartekracht
kwam hij zeer…
Klanken doorstoten gedachten
als dolken
Drommen samen op steen
in huis van dichter.
Dochter je zocht d´r
zoeken zal je
zaken doen
Plensbuien doen daden
doen wonderen
Wondere daden
als dadels zo zoet
En boom groeit te berg
de haren reizen mee
naar buiten naar binnen
Kriebels zoeken buiken
de vlinder vliegt mee
zonk af in bottenbodems…
Nu de hemel hierboven
Niet meer bestaat,
En allerwegen
Wordt doodgezwegen
Omdat we bang
Zijn voor elkaar
Wordt het tijd
De hemel te zoeken
In de diepte
Waar niemand ons kan zien…
Ooit kwam jaarlijks de marskramer
die langs de deuren z'n klanten bezocht
stalde zijn waren uit in de kamer
moeder die strengen wol van hem kocht.
Ze breide voor ons allen sokken
in twee rechten, twee naadjes
onderbroeken en borstrokken
van grote tot kleine maatjes.…
want
duizelingwekkend
hoog
zweef je over alle hekjes
drie snelle wielen en vier sterke armen
verder en verder en verder
langs dijken en rosgekopte grutto's
als marskramers
op pad
almaar rechtdoor
alle uitspanningen dicht
want maandag dinsdag
zondag is de dag des Heren
eten genadebrood
en moedermelk
en alle vogels zingen
en…
Waarin het heden wordt gewist,
en het verleden verzonken ligt
als marskramer die zijn waren
reeds lang had verkocht boven een
wolkendek dat naar verdieping leidt.…
In lang vervlogen tijden
zwierf een kloeke marskramer
langs akker en boerenwei
door grote bossen
van stil dorp naar drukke stad
liet zijn mondharmonica
vol vrije kunst horen
ongeacht of de koopwaar
snel misschien moeizaam
het kistje verliet
ofschoon hij nooit las
sprak de man al lopend
tot zijn Hemelse Vader
dankte Hem elke avond
waar…
Herders meden ’s nachts de hei,
marskramers meden Mook,
zelfs de stropers waren niet blij
met de dwaallichtjes hun gespook.
De mensen waren ten einde raad
en wendden zich tot de pastoor;
die stelde, dapper en kordaat,
een persoonlijk onderzoek voor.…