Omdat zijn riemen waren opgezet,
Lag hij een tijdlang in het nagelbed
Om de tijd te slijten,
Mocht hij driemaal daags nagelbijten,
Tot de riemen in de olie werden gezet.
Ze hebben niet voor niets op schrift gezet;
“Je moet roeien met de riemen die je hebt”.…
overbelaste vingers
omarmen een pen
nagelriemen gekleurd
door grondverf
kust de lak
lokken die veilig
achter prinsessenspelden
zijn weggewerkt
knellen kousen sneller
evenals voeten die tintelen
komt het paleis
langzaam in zicht…
mijn wil, de dood die ik zoek
al staat het gekrast in mijn nagelriem
de gesp, de gesp was te scherp en wellicht
te begaafd om mij te personaliseren
in een besef dat geen geweten kent
terugkomend op de dood, de nacht is geen
huiler maar oogt zeer voldaan nu het blad
in haar nerf het sterven heeft herkend, ik hoor
een galop, de herfst davert…
In de avond als de dag mijn valscherm
heeft doorbroken en lijnen staan gespannen
op de kaken van mijn zegel, boogt mijn
woordenschat langs het kruisen van dag naar schemer
Hoe trouw mijn moed me ook terzijde staat, laat
ik ver mijn nagelriemen zinken in de palm van het
vijfzijdig blad dat als een perfectionist aan me hangt, het
leest mijn stil…
de ingetogen buren van de overkant
constateren beduidende onregelmatigheid
in het patroon van de vingerverf, althans
de met zuignappen op de moederbuik geplakte omstanders
zwaaien met zakjes gekruide kinderkoekjes en zeggen
dat er plakjes nieuw leven kleeft onder de nagelriemen
er schuift een wazig mistgordijn voor onze blote ogen
het…
Bijna altijd is er ergens wel
een venijn van pijn
door een verlies,
een kies, iets in je lies,
een nagelriem of striem
of dat je iets verzwikte
of kwam dat door je dikte?
Eeuwig het gevecht door ons gestreden
onthouden, weten waardoor we toen leden
niet nog een keer, o lieve god
en bidden tot de Heer.…
ik zag je, jouw polder in 't hoogelaand
drijvend op het gras de voet gebeend
tot weke klei het oor gericht naar
de reling van het Wad
wie jij bent, tja wat opgeworpen aarde met de
bolling van een oud huzaar, je nagelriem verankerd
waar het water lestig vele monden voedt, je armen die
de vleugels vangen van een vers gesmede slagpin
ik ken…