op de toren van de nacht
stond ik in brand
leidde ik verdwaalde schepen,
jij was de wilde in het woud
de oerboom razend
waar ik de blaren heb afgescheurd,
de stad een hamer zonder steel
braakte urenlang
en tuimelde in de straten,
en langs de dagen van september verloor
ik een hand
verlichtte ik de geronnen dalen,
over je klamme schouders…