mijn mooie gave bomen
ze zijn voorgoed verpest
het halve lover afgekapt
slecht hun kruin die rest
voorbij hun hoge kale stam
zie ik de grauwe stad
waar ik vóór die slachterij
totaal geen weet van had
alleen omdat een enkeling
te lang was en moest bukken
waagden ze het om aan mijn plantsoen
het mooie zicht te ontrukken
als ik al ergens…
je hebt mij
je pracht geschonken
en nu het voorbij is
en je weer in jezelf
bent verzonken
heb ik je bijgesnoeid
en het vergane weggehaald
je hebt rust verdiend
maar ik weet dat jij
mij volgend jaar
voor al het snoeiwerk
zoals altijd met
nieuwe bloei
weer uitbetaalt
en wij weer gaan
genieten van elkaar…
snoeiwerk onzer boeren voor natuurbehoud
van pruiken in februari op de wilgenbomen
wordt nu door vrijwilligers overgenomen
dat moet - anders worden ze te vroeg oud
noem het vormwil waarin ze worden opgeleid
met takken die na ter worteling aangeplant
door ferme knotters zompig aan de waterkant
twee meter hoog van hun kop worden bevrijd…