De winter is gekomen,
de voederplank wat brede,
ze komen, eerst met schromen,
dan wordt deze zonder vrees betreden.
Zij vliegen aan in rechte lijn,
en komen steeds voorbij,
momenten van gelukkig zijn,
de Mussen en de Mezen, blij.…
Het viel samen met
het neerstrijken
van de eerste staartmees
op de voederplank,
met geweerschoten
in de Lommelaer,
met het langer draaien
van de verwarmingsketel.
We zijn er klaar voor.
Voor het koude seizoen.…
de witte wereld gaf geen zicht
op warme tenen of een veilig dak
de afgezakte ranken van mijn oude klimop
lieten meer te wensen over
en het ongemak van dikke dekens
drukte zwaar
tot waar een spreeuwenvolkje zichtbaar
kouder werd, liep er slechts wat warmte
tussen opgepakte veren
zoveel keren al
gaf de voederplank niet alleen maar
wat…
Ik blijf dromen van laagjes ijs op de sloot
van op de voederplank bevroren brood.
Van zachte sneeuw en niet ontwaken
van dijken die nu niet doorbraken.
Ik wil genieten van vogelpootjes in de sneeuw
en hoe ik vogels zelfs een meeuw voeren ga.
Van pinda's rijgen naast ook vetbollen maken
genieten van gevederde die kreetjes slaken.…