Vader, wij hebben u begraven en de grond erkend
zacht om te slapen, zacht om te vergeten:
zand dat vervloeit en water, ongeweten,
herinnering en droefheid voormaals onbekend.
Gij zult niet eenzaam zijn, maar slapen slapen
met sterren ’s avonds een onblusbaar vuur
en, rond uw eiland, het traagstromend water.
De bomen wuiven tijdeloos en ieder…
Zo gaarne, moeder, wou ik zoveel weten
wat in de hemel en de grond gebeurde
wat in het gras geboren werd en geurde
en onbedachtzaam overdag vergeten.
Ik wou de achterkant zien van de wolken
de wind in zijn begin, horen vertellen
hoe lelies overwinteren en libellen.
Sinds mocht ik veel vernemen nopens volken
verovering verval, maar weinig over…
Het bos dat ik niet meer zie
is het bos dat ik in de aarde
van mijn geheugen bewaarde
met varens tot aan de knie.
Ik blijf wel de schoolknaap die
in schuilhoeken van geblaarte
onmetelijk moed vergaarde
en longen vol poëzie.
Ik ben om het even wie
maar ik adem mijn eigen aarde.…
Toen ik, die avond in Santillana,
liep met de donswoorden van een gedicht
ging in een kamer een fata morgana
een luchter aan als een boom van licht.
(Er was niets van de huizen buiten
dan een donker gesloten verbond,
mijn stappen vluchtten omhoog in de ruiten
naar een raam toe dat openstond.)
Ik wist de woorden in mijn geheugen…
Aardappelloof rookt bitter rond de hoeven
achter het labyrint van lange dreven,
aan wolken mist en maanlicht prijsgegeven
keren de paardenspannen met de boevers.
Gerucht van melk en ijzer in de stallen,
van hooi en room de reuk tot in de keuken;
een ritueel luidruchtig zonder spreken
voltrekt zich als de avond is gevallen.
De ruiten blinken…