Mijn wielen verslinden het asfalt bij iedere trap
Ik voel de wind spelen met mijn haren en zet me schrap
Een oneindig lang geel lint kronkelt door de groene vlakken versierd met vee
Het brengt mensen naar allerlei bestemmingen, maar ik reis niet mee
Ik reis mijn eigen droom achterna en deze bestemming is in mijn hart gesloten
Mijn ogen dwalen…
Hoger dan de stukjes blauw, hoger dan de maan
kun je als je heel goed kijkt een gouden ster zien staan.
Als het soms erg donker is zal zij er voor je schijnen,
al lukt dat niet altijd,want soms zal zij achter de wolken verdwijnen.
Oma zal voor ons altijd stralen,
en met haar lichtje de weg wijzen,
zodat wij niet verdwalen.
Soms is oma…
Ik voel de pijn zo goed,
en niemand ziet dat ik zo bloed.
Er is geen druppeltje te ontdekken,
maar ook duizend blauwe plekken
komen niet door mijn huid naar buiten;
mijn lichaam probeert ze in te sluiten.
Ik ben een stukje jeugd verloren:
ben als het ware opnieuw geboren,
maar nu zonder schaduw achter me,
want altijd was je daar voor me…