Het ontbrekend licht barst los als stoom,
in stilte.
Het licht is als de dood, er komt geen einde aan,
het kent geen falen.
Het licht heeft een begin van vuur en kalk
dat niet valt te bepalen.
Het licht is slank. Het oog is sloom,
in kilte.
Onbewogen waakt het licht als een godin
die met ons zinkt als lood, onsterfelijk maar dood,
en droog…
De natte watten van de stad
hebben we verlaten.
Nu wendt de van koper spattende steven
zich naar het smeltwerk van zon en zee,
net voorbij de Punta della D.
Rechts deint een kleiner eiland met een abdij,
waar Unesco tijdelijk haar kwartieren heeft,
en Fontana een retrospectieve. Oorlog
wisselt met vrede zoals verkrachting met gebeden.
- -…