manen van het witte paard
dat hinnikt aan de rand
aan de rand van wat ik ben
wie ik ben
vervreemding
stilte
eenzaamheid
Tegen de bergen omhoog
geruisloos - wat een moed!
Gesel van zorgen,
woedende stem die stamelt,
hakkelt, schreeuwt,
makker, kameraad!
In de donkere spelonken
van dit vreemde oord.
Daar gaat het witte paard, ervandoor…
Dood.
Besta jij eigenlijk wel?
Ik daag je uit,
't is maar dat je het weet,
ik ken geen angst.
Jou vrees ik niet,
dood.
De hemelkoepel,
de sterren,
de flonkering
ze hebben het me verteld.
Ik geloof in onsterfelijkheid.
Negen kinderen met negen diploma's.
Zoals mijn moeder rotsvast
daarin geloofde,
zo geloof ik in de onsterfelijkheid…
schrik is een valse spiegel
trap er niet in
als de schrik je om het hart slaat
blijf er niet in steken
het is jouw plicht
de ban te breken
-----------------------------------------------
Uit: 'Wakker het vuur niet aan', 1994.…
ik heb niet gekozen voor deze eenzaamheid
evenmin voor deze angst
als balling te leven in Amsterdam
om mij heen, ballingschap
in de palm van mijn hand
zie je nu maar te amuseren,
als een kind in een leemte,
ontheemd
ach, vriendschap door dik en dun,
ik ben bereid te versmelten met jou
in de stilte van de nacht
eerst zal ik hymnen zingen…