er komt een moment zei ze
dan gaan er meer vissen dood
dan vogels
en valt de hemel
in het water
dit is niet het begin
zei ze
alleen de achterliggende gedachte…
eigenlijk zou ik vogels moeten schilderen
en geen vlinders
in een blauwe lucht
en waarom willen ze
over water vliegen
en niet boven een veld met bloemen
waarom niet de bloemen
óp het water
en daar boven dan de vogels
die -als uit de dood herrezen-
zich zouden wreken
op de vlinders…
de werkelijkheid druipt
langs kale stammen
soms lijkt het of ze terugvalt
op de knoesten van de tijd
ik wil er aan voorbij zien
om hoog boven de kruinen
het pluralisme te zien hangen
in een vale grijze lucht
pas dan zal ik erkennen
dat ik alleen ben
zoals wij allemaal…
zo eenzaam ben ik
met achter mij de lege akkers
toonbeeld van mijn omgekeerde wereld
bewerkt en toch gebroken
en de mensen
ze gaan te snel aan mij voorbij
hun rode maskers onbedrukt
betamen zich de stilte
alsof gesloten woorden
vertellen dat ze liever zwijgen
ergens in de verte
klinkt nog vluchtig wat muziek…
zie
de delvers huiswaarts keren
blikken op oneindig
de één heeft zichzelf begraven
de ander
de ander
moeder aarde is bewogen
met open armen
laat ze zich getroosten
en ziet
de delvers
huiswaarts keren…
ik zag niet
hoe jouw ogen zochten
langs de bladeren op de grond
alsof je leefde
in de dood
met hen
de laatste schaduw nog leek vast te klampen
en uiteindelijk besloot
nogmaals zeg ik je
ik zag het niet
noch het tuinpad
waar je laatste voetstap
nog afgedrukt staat
-als bemind-
ik zag niet hoe je naar me omkeek
ik hoorde…
met haar ranke handen
bootst ze vogels op de muur
ze vlekken doffer
nu bij maanlicht als bij dag
ze vallen weg
en komen op
ik leer ze vliegen
grijnst ze
ik draai me om
en sluit het raam
de nacht is nog maar kort…
zoals de weg liep
tot over de heuvels
en de huizen in het dal
was voor haar de angst
voor mij een melodie
toch beide hoofden even vol
maar zij droeg dan ook het water
en ik speelde met het vuur…
en als ik haar vraag
naar het begrip
van eeuwigheid
zegt ze
de hei is mooi dit jaar
door een vroege zomer
en de wereld paars
en zingt ze
-met de radio-
dat ze is geboren
met een plastic lepel in haar mond…