inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 1.129):

Vorm

Hij zit in de bus en stinkt naar ranzig
vet, nee meer een zure bom van flink
formaat. Ik zie hem gaan en weet niet
waar hij gaat, zolang de deuren open

zijn kan ik hem achterhalen. Gebogen
is de straat als hij en er is niemand die
mijn oog zo plaagt. Wat dondert het,
ik ga hem achterna; nieuwsgierigheid

is ook een daad. Zijn jasnaad valt tot
op zijn tenen en zijn armen houden
ook geen maat, zijn nek is vrijwel in

zijn jas verdwenen, zijn schouderblad
raakt aan zijn schedeldak. Maar nee,
dat is het niet, 't is zijn nobele gelaat.

-----------------------------------------
uit: 'Reis naar Vallentgod', 2000.

Schrijver: Chris Honingh
Inzender: hdw, 1 april 2007


Geplaatst in de categorie: individu

3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 4.171

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)