Snijd alle knopen los
de nacht een onschuldig anachronisme. Jurken
van grijs, de lichte rouw, in mijn bed krioelt het
van overgrootmoeders die haastige woorden nog
happen, de zwanenhalzen in elkaar verstrengeld.
Dit ochtendlicht een mes met benen heft, snijdt
knopen van de rouw. Mijn hoofdkussen mompelt
wat brokken Bach, mechanisch, maatstrepen
van crêpepapier. Waarom lachen ze dan,
de overgrootmoeders, en buigen alsof, bokkendansen
op een deun van pannendeksels en gebarsten fluitjes.
Ze zwaaien en struikelen weg in het rookgordijn
van deze dag. Een voetafdruk bewijst: 'Ik ben een kloof.'
Scherfjes, ondeelbaar klein, geen mozaïek maar
as op onze lakens. Het duurt uiteindelijk allemaal
niet langer dan een maat of acht, ik vraag me af of
'gulzig' te plaatsen is voor 'mes'.
---------------------------------------------
uit: 'Een grimwoud in mijn keel', 2005.
Inzender: ml, 25 februari 2008
Geplaatst in de categorie: emoties