inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 1.304):

Zomergedicht

Van minder een stoel getimmerd, men gaat zitten
onder een verbazingwekkend roerloze zon

terwijl de dorpskinderen de vrede bezingen
op hun blinkende brommers, terwijl de hemel

ondiep is als water onder een roeiboot, terwijl
men woorden laat drijven en zinken

hoort men zich roepen, bloed valt uit de bomen
men herkent zich, staat op om te stelpen

hoe hol de taal nu zijn leegte bevredigt, als os
zich laat slachten, als vlees zich laat strelen

hoe de vogel ontvleugelt, het huis niet meer woont
het brood niet meer eet, de stoel niet meer zetelt

later in donker als men dit uitleest is het heden
geweest, zelfs de verte beweegt niet, alleen

op de bodem martelt nog eten, de maan
als vanouds maak minder bitter en witter -

----------------------------------------
uit: 'Helder maar grijzer', 1998.

Schrijver: Gerrit Kouwenaar
Inzender: jpk, 9 mei 2008


Geplaatst in de categorie: emoties

3.0 met 20 stemmen aantal keer bekeken 12.245

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)