Dat ik het goed bedoel
Als ik zijn geweten was had ik hem in het oor gefluisterd:
'En nu nooit weer, schobbejak!', enzovoorts.
Zachtjes, zaken die hem kwelden.
Een van z'n laatste dagen hem zijn verdiende rust gegund.
Misschien een regenbuitje om de dorst
van morgen vast te blussen.
Zijn trots ik had hem het blozen van de kaken geslagen.
Hem gelaarsd van zijn schaamte geschopt.
Van glas zijn val gebroken.
Afschuw had ik hem doen staren in vervallen graven,
naar karkassen kaalgevroten door en door
een duister delver bijgelicht.
Zijn dikke darm ik zou het eigenlijk zo gauw niet weten.
Ik zou daar zo maar wat gaan liggen.
Dat ik het goed bedoel.
-----------------------------------
uit: 'Alles voor de vorm', 2003.
Inzender: ava, 11 mei 2019
Geplaatst in de categorie: individu