inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 1.360):

Zondagskind

Anderen knippen met hun vingers, zie:
Er valt vanzelf een wonder uit hun hand.
Ik zwoeg gestaag, verbrand mijn energie,
Maar wat ik opdelf is wat grint en zand.

Anderen eten graag, ik kauw met pijn.
Fazant! en ik verslik met in een luis.
De hele kosmos smaakt ze zoet, op mijn
Verhemelte proef ik slechts as en gruis.

Anderen hebben ritme, ik loop mank.
Ze ademen, mijn hals hangt in een strop.
Ze geuren, ik verspreid een helse stank.
Toch kan ik mijn geluk bijna niet op.

-------------------------------------------
uit: 'De os op de klokkentoren', 1981.

Schrijver: Gerrit Komrij
Inzender: ml, 21 september 2008


Geplaatst in de categorie: individu

3.0 met 31 stemmen aantal keer bekeken 17.576

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)