inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 4.696):

Sint Nicolaas en de drie kinderen

Drie kinderen gingen hand in hand
om bloemen te plukken op het land.

De dag was al voorbijgegaan,
ze kwamen bij een slachter aan.
'Heb u voor ons een bed meneer?'
'Ja, kom dan, kom, 't verheugt me zeer.'

Nog voor er eentje rustig zat,
sloeg hij ze dood en dat was dat.
Tien stopte hij ze bout na bout
als varkens in een vat met zout.

Sint-Nicolaas passeerde daar,
het was precies na zeven jaar.
Bij 't slachterhuisje streek hij neer:
'Hebt u voor mij een bed meneer?'

'Ja kom dan, kom, Sint-Nicolaas,
al is dit geen paleis, helaas.'
Not voor Sint-Nicolaas rustig zat,
vertelde hij dat hij honger had.

'Wilt u een boterham met kaas?'
'Dat lust ik niet', zei Sinterklaas.
'Een broodje ham of fricandeau?'
'Nee, daarvan houd ik ook niet zo.

Het vlees waar ik het meest van houd,
dat zit al zeven jaar in 't zout.'
De slachter had het goed gehoord
en rende in doodsangst naar de poort.

't Is zinloos om te vluchten, man.
Berouw is wat jou redden kan.'
Sint-Nicolaas is naar 't vat gegaan
en hield er drie vingers tegenaan.

'Dag, kleine slapers die ik zie,
word maar een wakker, alle drie!'
En met drie vingers uitgestrekt
heeft hij ze uit de dood gewekt.

De eerste zei: 'Wat sliep ik zacht.'
De tweede had dat ook bedacht.
Het derde kindje zei bedeesd:
'Ik ben in 't Paradijs geweest.'

Drie kinderen gingen hand in hand
om bloemen te plukken op het land...

--------------------------------------
uit: 'Mijn Middeleeuwen', 2004.

Schrijver: Onbekende dichter vert. Willem Wilmink
Inzender: zp, 4 december 2021


Geplaatst in de categorie: feest

2.0 met 249 stemmen aantal keer bekeken 35.395

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)