inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 4.302):

Zij haalt haar lapjes uit de kast

Zij haalt haar lapjes uit de kast, schudt die open, tilt ze tot tegen haar kin.
Het hoofd erboven als een goochelbal, rolt naar links, naar rechts.

Ze ontwaakt
als een kaal blad, lege mal, paspop,
hangt kleren rond haar schouders, begint te leven.
Of zijn het de kleren die gaan ademen? Buiten haar om,
buiten het ijle diep vanbinnen zijn zij tastbaar, zichtbaar,
je kan ze aanraken als je wil, de fracties die zij toont.

Doorzichtige vissen die langs je vingers glippen.

Hij zou beter kijken naar haar ogen, het licht erin,
vlekken, schduw die over het oogwit schuift.

Of lees de regels in haar handpalm.
De legende. Wie is zij.

Wie haar ziet lopen, wat ziet zij? Een glazen meisje
op te hoge hakken, dat plassen en putjes mijdt.
Ze mag niet vallen, niet struikelen,

haar glimlach zou aan scherven op de tegels slaan.

(snel samenrapen, in haar tasje stoppen thuis plakken, later)

--------------------------------------------------
uit: '21 dichters voor de 21e eeuw', 2004

Schrijver: Eva Cox
Inzender: ww, 23 november 2020


Geplaatst in de categorie: maatschappij

2.0 met 16 stemmen aantal keer bekeken 7.188

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)