Boven het teiltje
Het kind laat het hoofd hangen
boven het teiltje en voelt
hoe haar ontbijt zich als een vliegtuig klaarmaakt om op te stijgen
en weer omlaagzakt,
voelt zich een ballon geladen met onheil
en hagelslag. De vader
stelt vast dat haar gewaarwordingen de zijne worden,
dat ze veranderen in wanhoop
die zo af en toe overgaat in opwinding
wanneer hij zich de borsten van zijn vrouw herinnert:
als twee roomblanke ruimteschepen vliegen ze statig door zijn bewustzijn.
Is de wanhoop van deze ervaring de overweldigendste?
en zal hij deze vermoeiende eigenschap
van de manier waarop hij het bestaan ervaart
mee moeten zeulen tot hij zijn einde is binnengestruikeld?
Er komt geen antwoord maar de vragen vervagen,
in de tuin zuigt het konijn aan de zuigfles,
voor de gebeurtenissen in de trein een paar kilometer verderop
kan geen plaats worden gemaakt in dit gedicht
en de sneeuw valt teder en onverschillig.
-----------------------------------
uit: 'De karpers en de krab', 2003.
Inzender: mk, 25 juli 2009
Geplaatst in de categorie: emoties