inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 1.661):

OPBLIJVEN

Als een schip vaart langs de maan
roeken naar hun slaapplaats gaan

als over kattenpaden en -wegen
kattevoetjes gaan bewegen

de oude gnoom op de schutting zit
stil en vroom, alsof hij bidt

als peren vallen loom en zwaar
van de kromme perelaar

fladderen de kleine kinders
door de hof als dikke vlinders

kruipen door ligusterhagen
eten peren zonder te vragen
-sap druipt op hun witte kragen-
achtervolgen donkerdieren
-muizen, egels, motten, pieren-
plukken purperen violieren
gooien afgevallen blaren
in de vijver om te varen
vinden een gevallen ster
lopen Petertje omver
volgen een zilver slakkenspoor
naar een paleis van bleek ivoor
vliegen, vallen, rennen, hollen
tot ze moeten knikkebollen

Ze zingen 't liedje van verlangen
met rode oren en rode wangen
en hun ogen worden klein...
maar ze hangen aan het kozijn
klimmen in de sparrentakken
zodat niemand ze kan pakken
springen op het maneschip
en gebruiken het als wip
klauteren op manestralen
gaan een handje vuurwerk halen
werpen het in wijde vlucht
tegen het zwarte fluweel van de lucht
Worden niet naar bed gebracht
Spelen buiten heel de nacht

Warm in haar bedje heeft Josefien
al die ondeugende kinderen gezien


Zie ook: http://community.webshots.com/user/katja_bruning

Schrijver: Katja Bruning, 8 oktober 2010


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 15 stemmen aantal keer bekeken 3.351

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)