inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 4.722):

De twee gedachten

Een denker dacht met zacht misbaar
twee gedachten bij elkaar.

Daar zij niet naar buiten kwamen
had hij zelf voor hen geen namen.

Wij noemen ze dus Ploot en Fuit
(zo zagen zij er namelijk uit)…

Fuit was zestig angström groot
maar magerder dan kromme Ploot.

Het viel niet op hoe overdag
de een over de ander lag

maar in de stilte van de nacht
lagen zij languitgedacht

en zo verward als mensenhaar
vochten zij dan met elkaar

zodat de denker mompels maakte
en met een pijn in ’t hoofd ontwaakte.

Dus stonden altijd naast zijn bed:
a) glas water b) tablet.


Hij goot en kruimde deze dingen
dan door het hoofd het lichaam binnen

en spoedig lagen Ploot en Fuit en
ook anderen het westen buiten.

Later hadden ze dan spijt
van hun tegenstrijdigheid.

'Waarom denkt’ riep dan het paar
‘hij ons altijd bij elkaar?

Als hij ons om beurten dacht
wou ‘k wel om de andere nacht
opnieuw bedacht.’

Toen kreeg de denker een idee:
Hij dacht om beurten aan de 2.

Nu slaapt hij altijd in op tijd
en door tot uren na het ontbijt.

m o r a a l

op enkele dagen van het jaar
is bijna alles wel eens waar.

------------------------------------------------
uit: Fabels. Met prenten van Peter Vos.
Amsterdam, Querido, 1962.

Schrijver: Leo Vroman
Inzender: J.M., 25 januari 2022


Geplaatst in de categorie: psychologie

3.0 met 26 stemmen aantal keer bekeken 14.087

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)