inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 1.867):

Verjaardagsvers

Je zei nooit wat. Ik moest het altijd vragen.
Of je van me hield. En je zoende.
Of het veilig was die eerste keer.
En je zoende weer.
En even later of ik het goed deed zo
en je zoende, o.

Je zei nooit wat, je zei het altijd met je ogen.
Je ogen die helemaal alleen
in je gezicht achterbleven als ik je verliet;
je ogen na geween:
je was er niet,
je keek me aan als verten
en ik moest erheen.

En als ik weer tot daar was
de ogen waarmee je het woord ‘lieveling’ zei,
keek of het niet veranderde
op weg naar mij.

En toen je naast de weg lag in de wei,
wat had je allemaal niet gebroken,
je benen, je ribben, je ogen, mij.
Je zei nooit wat, je zei het altijd met je ogen,
zoals je daar lag, te zieltogen,
te zielogen.

En je ogen die Thomas nu in heeft staan,
waarmee hij zegt: papa niet weggaan -
je zei nooit wat, hij zegt het, en jij kijkt mij aan.


-------------------------------------
Uit: Zolang er sneeuw ligt, 1975

Schrijver: Herman de Coninck
Inzender: FFvK, 7 augustus 2011


Geplaatst in de categorie: overlijden

2.0 met 108 stemmen aantal keer bekeken 24.583

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Karel Klumpers
Datum:
11 december 2016
Hoe is het mogelijk dat dit prachtige gedicht zo laag gewaardeerd wordt door de lezers van deze site?
Ik vind het 't een van de beste gedichten van De Coninck, die ik een van de beste dichters van onze tijd vind.Waarom ik dit een mooi gedicht vind? Omdat er geen woord te veel in staat. Omdat de apotheose goed getimed is, in de slotregel. Omdat het me ontroert dat iemand zijn overleden partner herinnert aan haar ogen, waarmee ze praatte. En waarmee nu de zoon praat.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)