inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 2.076):

Voor val

Voor val ik. Ik voor val. Voor ik val. Val ik
voor. Jij valt voor. Valt hij voor. Wij voor

vallen. Vallen jullie voor. La. Al. Val voor mij.
Vooral. Hij valt voor. Voorval. Voor ik val viel

jij voor. Ik voor val. Is zij al voorgevallen. Het
zal voorvallen. Zijn wij voorgevallen. Jullie

gevallen voor val. Nu zullen zij voorvallen. Viel ik
niet voor. Jij voor val. Viel hij voor. Allen voor

al. Rol voor la. Val voor allen. Jij voorvalt. Val ik
nu voor. Hij valt voor. Voor zij valt val ik voor. Val.


------------------------------
uit: Tellen en wegen (2011)

Schrijver: K. Schippers
Inzender: P.K., 21 april 2012


Geplaatst in de categorie: taal

2.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 5.832

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)