Angst
Heel argeloos begin je een gedicht.
Een aantal letters, aangenaam van vorm.
Het gaat vanzelf. Er slibben regels dicht.
Ze zwijgen nog. Ze wachten op de storm.
Uit dode krullen, schreven, lijnen, halen
Ontstaan - geen mens die weet waaraan het ligt -
Schermutselingen tussen de vocalen.
De consonanten brommen mee, ontsticht.
Pas dan ontpopt zich iets als een bericht.
Een sos uit een ver paradijs.
De voorhang scheurt. Je schrikt van het gezicht.
Doe dicht je ogen. Raak niet van de wijs.
Tart niet de woordeloze bliksemschicht.
Bepaal je tot je e's en o's en ij's.
---------------------------------
uit: 'Hutten en paleizen', 2001.
Inzender: kjh, 11 juni 2012
Geplaatst in de categorie: taal