inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 2.125):

Voor Chengian Chen

Huizen met torens van prijzen en schuine
balken in de etalage achtertuinen en serres
openslaande deuren en een zilveren bus
die in de toekomst rijdt; noch de paraplu

met het opengeslagen hart in de prullenbak
noch de dorre palm op de begane grond
kan mij dragen. Laat iemand hem weghalen
hij siert niets en niemand zo vaal en geknakt.

ik zal als regen langs de gevel dalen en plaats
in de leegte een voet. Als ze me vragen wie
ik ben zeg ik de rook drijft hemels in mijn hart.

Ze geloven dat ze mij niet hebben gekend
maar als het moet wijzen ze gerust waar
ik woonde: daar waar niemand opendoet.


De heer Chen (geboren in Fujian, 1-8-1947) verbleef al geruime tijd illegaal in ons land. In 1993 werd zijn verzoek om een verblijfsvergunning voor hem en zijn gezin afgewezen. Daarop gingen vrouw en kinderen terug naar China. Cheng bleef hier. Bij een uitslaande brand op 14 maart 2006 in het pension aan de Valkenburgstraat in Amsterdam waar hij met een aantal anderen illegalen verbleef, sprong hij vanuit de tweede verdieping uit het raam.

Dit gedicht is geschreven in opdracht van het project ' Eenzame uitvaarten' van Frank Starik.

------------------------------------
uit: ' Er staat een stad op', 2007.

Schrijver: Maria Barnas
Inzender: mp, 6 juli 2012


Geplaatst in de categorie: maatschappij

2.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 3.889

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)