De hoeve
Om weer zeven te zijn.
Zoals het riet ruikt in de winter.
Mijn houtjes krassen over de gracht.
Op zolder schimmelt het oude stro.
Drinkbakken klapperen aan de muur.
Eén kat woont hier nog en
ik wil naar huis.
Opa ruikt naar pruimtabak
en vertelt over zijn paarden,
lang geleden, op de hoeve. Oma
schilt bergen aardappels, wortels.
Ze zwijgt. Ik lust geen stamppot.
's Nachts zitten ze bij me aan het bureau.
Ze zijn nooit dood geweest, zeggen ze.
Ik huiver en schuif de staldeuren
van het geheugen wijd open.
Ze eten pap uit de grijze pan
met de witte vliegwolkjes.
De lepels tikken langzaam
in mijn blauwe kommen.
Ik ben altijd weer zeven.
Vertaling uit het Fries: Jabik Veenbaas.
-----------------------------
uit: 'Het nachtland', 2003.
Inzender: mt, 8 januari 2013
Geplaatst in de categorie: tijd