inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 2.219):

De hoeve

Om weer zeven te zijn.

Zoals het riet ruikt in de winter.
Mijn houtjes krassen over de gracht.
Op zolder schimmelt het oude stro.
Drinkbakken klapperen aan de muur.
Eén kat woont hier nog en
ik wil naar huis.

Opa ruikt naar pruimtabak
en vertelt over zijn paarden,
lang geleden, op de hoeve. Oma
schilt bergen aardappels, wortels.
Ze zwijgt. Ik lust geen stamppot.

's Nachts zitten ze bij me aan het bureau.
Ze zijn nooit dood geweest, zeggen ze.
Ik huiver en schuif de staldeuren
van het geheugen wijd open.

Ze eten pap uit de grijze pan
met de witte vliegwolkjes.
De lepels tikken langzaam
in mijn blauwe kommen.

Ik ben altijd weer zeven.

Vertaling uit het Fries: Jabik Veenbaas.

-----------------------------
uit: 'Het nachtland', 2003.

Schrijver: Albertina Soepboer
Inzender: mt, 8 januari 2013


Geplaatst in de categorie: tijd

4.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 3.494

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Allard van Gent
Datum:
8 januari 2013
Een mooi gedicht van Jabik Veenbaas of van Albertina Soepboer, dat weet ik niet. Belangrijker is dat De hoeve sporen achterlaat. En dat heeft De hoeve gedaan.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)