inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 2.292):

Dochter en ik

We liepen beiden bloedend langs de Keyserlei.
Dochter en ik. Geen woord was tussen ons,
geen misverstand. Ook geen verband
tussen haar zwijgen en mijn gewild niet spreken.
Alleen een hand die me het vallen zou beletten.
Een stomme steen, zei ze. Opletten.
Het kind is moeder van de vrouw.

Ik bloei, zei ze toen ik haar zeggen wou
dat leven bloeden is en niet te stelpen.
Ze klaterlachte, kon het ook niet helpen.
Of bloeden niet een beetje boeien is?
En dat ze snakte naar gemis,
geluk, gelul, gelal van jongens in de straat.

Ooilam op mijn schoot, wat werd ze groot.
De lente was nog iel en zij zo blij.
Gewichtloos liepen wij,
zo zij aan zij, en hand in hand
zo beiden bloeiend lans de Keyerlei.

-------------------------------
uit: 'Entre deux mers', 1997.

Schrijver: Lut de Block
Inzender: tm, 4 april 2013


Geplaatst in de categorie: kinderen

3.2 met 5 stemmen aantal keer bekeken 5.788

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)