Een gesprek
'Waar zullen wij afscheid nemen?'
'In de regen.'
'Zullen wij schuilen?'
'Nee!'
'Hoe zullen wij ons voelen?'
'Ziek, vals en verlegen.'
'Wat zullen wij zeggen?'
'Wij zullen het niet weten.'
'Wat zullen wij denken?'
'Was het maar gisteren, morgen of nooit.'
'Zal een van ons gelijk hebben?'
'Geen van ons zal gelijk hebben.'
'Zullen wij elk een andere kant uitgaan?'
'Wij zullen elk een andere kant uitgaan.'
'Zullen wij omkijken?'
'Een van ons zal omkijken. Stilstaan, aarzelen en omkijken.'
Zo spraken zij met elkaar, telkens weer opnieuw.
Maar zij vroegen nimmer wie. Wie
zou omkijken. Wie.
-----------------------------
uit: 'Mijn winter', 1987.
Inzender: luw, 20 september 2013
Geplaatst in de categorie: individu