inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 2.688):

Sonnet 4

Het sonnet in het Noorderplantsoen

Er valt een diepe sneeuw van de kastanje.
Ik zit moe op de trappen van de vijver,
staar naar het water, de fontein, becijfer
hoe diep de bloesems windstil, wit-oranje,

het asfalt met onhoorbaarheid bedekken.
Het zou een offer kunnen zijn, aan wie dan -
stilte. Ik ruik het hevig, adem langzaam
in en uit, mijn rug even strekken.

Hij heeft mijn brieven twintig jaar bewaard.
Het gesprek reikt over duizend mijl naar het
zuiden, ik luister aan de hoorn en denk aan

de tonen, hoe ze vallen, van het spinet,
als hij het opent en de toetsen aanraakt.
Ik laat liever het verval zijn werk doen, aards.

------------------------------------
uit: 'Elektron, Muon, Tau', 2000.

Schrijver: Maria van Daalen
Inzender: WvdW, 2 december 2014


Geplaatst in de categorie: ex-liefde

3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 8.880

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Bert Weggemans
Datum:
2 december 2014
Mooie inspiratiebron, ons eigen Noorderplantsoen!
Parel in het groene hart van de stad Groningen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)