inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 2.887):

Proza

zoals
het enige katje dat na 't verdrinken
van de andere twee leert leven
vol beste moed de emmers, de bezems en de tuinslang
met hand en tand te lijf te gaan
opgewonden sprongen en nijdige halen
met nog buigbare klauwtjes bieden het hoofd
aan de opwindend wereld: er op af
de achterbakse aanvallen van dweilen en
het klierend gekonkel van stoffer en blik
zal buigen voor mijn poot al gauw zo groot
dat ik aan mijn eigen staart zal kunnen komen

het knipperen van beweeglijke oogleden
het ongeplaatste bewegen van eigen pootjes en staart
dat dat deed het: emmers zijn wit zij zwijgen
en onbewegend zijn alle vullers van de schuur
al spoedig kent men zijn moeder en herkent men
het bewegen als 't hoofd draait en de ogen verschuiven

katten zijn statig en plichtsgetrouw plechtig
zij kennen weinig inspanning een enkele keer
vangen zij prooi en zij paren met mate
het liefst liggen zij op de schutting in 't zonnetje
waarbij zij hun staart behendig om de poten vouwen

--------------------------
uit: NUB (05-10-1962)

Schrijver: P.H.H. Hawinkels
Inzender: J.M., 13 september 2015


Geplaatst in de categorie: dieren

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 3.135

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)