In een meer
Stevige korte massieve gedaante
zag ik door het doorschijnende water
optornen tegen onzichtbare stormen,
een steen gekoesterd aan de borst.
Voorovergebogen kluizenaar
verzonken in gedachten, stap
na stap behoedzaam vorderend
op de van keien vergeven grond.
Onmogelijk was het als kind al
de aandacht te trekken van een ijsbeer
in een stuiter van glas, onmogelijk
is het te vragen wat hij zocht.
---------------------------------------
Uit: 'Verzamelde gedichten', 1993.
Inzender: md, 2 maart 2016
Geplaatst in de categorie: tijd