inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 3.315):

Voorbereidende schrijfles

De penhouder wordt magnetisch uit mijn
grof onbehendige rechterhand vandaan
aangetrokken door de me verboden linker,

daarmee zet ik tussen horizontale lijnen
alle diagonale beginnersstreepjes als regen
de verkeerde kant uit. Juffrouw Koster, choco

ladebruin kleed, solide schoenen, mepmeetlat,
stapt hoogrood van achter haar lessenaar, maakt
me van ruikvlakbij haar gegriefdheid kenbaar,

troggelt me de pen uit de onwijze inktige linker
en poot hem tussen drie vingers van de vereiste
rechterhand. En nu geen enkele vergissing meer

vat ik. Zet me in met rechts de regenkeepjes te doen
vallen in de nieuwe richting. Gered van het onheil
van de lat. Maar pal naast me in de val klem zit nog

de kleinzoon van de kolenboer, na nog een week en na
nog een op van de zenuwen, hopeloos snotterend, ik mee
gekweld Billetje de pen in de bevolen hand voorhoudend.

Maar daar is de kosteres al die links met die lat raakt.

Schrijver: Jacques Hamelink
Inzender: M.H., 19 maart 2017


Geplaatst in de categorie: school

3.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 2.549

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)