inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 3.474):

Het water de stank

Er was veel rommel op de brug te zien.
Ik zag onder de brug. Naar alle zijden
leek zich vuile troep daar te verspreiden.
De lucht was zurig. Een minuut of tien
dat ik daar stond, in 't gas, mijn kleren stonken,
mijn neus toonde verwantschap met wit krijt
laat mij daar midden in de smerigheid
een knal vernemen dat mijn oren klonken.

Asjemenou. Het tankschip dat daar voer
spleet langzaam open, alsof het moest baren.
Het baarde een olievlek, met veel rumoer,

en wat ik rook wist ik dat walmen waren.
O, dacht ik, o, hier helpt geen mallemoer.
Ons lot ligt in de hand van klapsigaren.

----------------------------------------
uit: 'onherstelbaar verbeterd', 1994.

Schrijver: Gerrit Komrij
Inzender: adv, 3 november 2017


Geplaatst in de categorie: milieu

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 2.994

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)