inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 3.532):

Burger King

Was er een tijd dat ik hier boven stond,
mijn mond vol Proust en Bloem, mij hoor je niet,
niet meer. Wat heeft het nog voor zin om in
een taal te denken die geen tanden heeft?
Ik sta alleen. Mijn woorden zijn naar god.

Dus slof ik door de leeszaal van de straat
en blader maar wat door de Burger King,
gewoon, omdat ik leef, omdat ik hopeloos
eenvoudig eet en straks vanzelf vertrek.
- Als deze wanhoop ons Walhalla is,

als hier het echte leven staat te lezen,
mij best, ik zag genoeg. In dit verhaal
betaal je met jezelf, niet eens bedroefd,
eerder verbaasd dat alles wat zo laag
en lelijk is zo sterk en stevig staat.
---------------------------------------
Uit: 'Zwart als kaviaar', 2001.

Schrijver: Menno Wigman
Inzender: elh, 26 januari 2018


Geplaatst in de categorie: wereld

4.1 met 21 stemmen aantal keer bekeken 5.655

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
p jacobs
Datum:
23 april 2020
dat zou een gevleugeld citaat kunnen worden: "verbaasd dat alles wat zo laag en lelijk is zo sterk en stevig staat" (menno wigman)

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)