inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 161):

AFSLUITDIJK

De bus rijdt als een kamer door de nacht
de weg is recht, de dijk is eindeloos
links ligt de zee, getemd maar rusteloos,
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.

Vóór mij de jonge pas-geschoren nekken
van twee matrozen, die bedwongen gapen
en later, na een kort en lenig rekken
onschuldig op elkanders schouder slapen.

Dan zie ik plots, als waar ´t een droom, in ´t glas
ijl en doorzichtig aan de onze vastgeklonken,
soms duidelijk als wij, dan weer in zee verdronken
de geest van deze bus; het gras
snijdt dwars door de matrozen heen.
Daar zie ik ook mezelf. Alleen
mijn hoofd deint boven het watervlak,
beweegt de mond als sprak
het, een verbaasde zeemeermin.
Er is geen einde en geen begin
aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden,
alleen dit wonderlijk gespleten lange heden.

----------------------------------------------
uit: Parken en Woestijnen (Amsterdam 1940)

Schrijver: M. Vasalis
Inzender: X.K., 26 augustus 2002


Geplaatst in de categorie: individu

3.0 met 154 stemmen aantal keer bekeken 28.670

Er zijn 5 reacties op deze inzending:

Naam:
Joosticus
Datum:
20 maart 2017
na het lezen van dit gedicht, zo echt
staat aan het einde mijn *** recht.
Naam:
Thomas
Datum:
26 september 2014
Ik vind dit te mooi. Gewoon. Ik moet huilen oké. Echt waar. Stop. Redactie, verwijder dit niet ik wil mijn emoties uiten oké. Naja. Ik vind het te mooi. Gewoon.
Naam:
lisanne
Datum:
15 juni 2010
een grappig gedicht, ik had hier vandaag toets over
maar waar gaat het gedicht nou eigenlijk echt over?
Naam:
william de jager
Datum:
2 november 2003
Email:
william_de_jagerhotmail.com
Dit gedicht is mijn redding geweest.

Naam:
Nelleke
Datum:
27 april 2003
Email:
noraatje_1999yahoo.com
Heel erg mooi gedicht.
Ook een heel origineel thema, vind ik.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)