Laat geluk
Het kwam door d'avond en hield bij 't raam.
Daar haalt geen nachtegaal bij onder 't schallen
der volle borst, als blij de klinkers vallen,
kristallen nachts; haar stokte 't hart en d'aam.
O, 't moordend uitzien naar wie niet wil plukken
Uw bloem, die - 't is u beloofd - geen rimpel treft,
aleer de zoete rover u verheft:
een zee die opgaat, neev'lend van verrukking.
Nu glijdt ook alles van u en sluit gij 't oog
wilt in de poelen van uw keus verzwelgen.
't Is 't uur der scheiding, voorzichtig 't raam omhoog,
want moeder sluimert licht. In broosheid slaat
uw ronde steel de wind van gekruide velden:
de roller kwijnt, 't was wis een and're straat...
Geplaatst in de categorie: individu