inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 352):

De nachtzaai

De nachtzaai schampert langs het zwerk
op weg naar Donkervoorde,
gevlucht voor 't eerste ochtendlicht
dat aan de einder gloorde.

Nu daalt hij af en volgt het grauw
van schim- en schaduwgronden,
totdat hij in zijn schuil verschiet -
heelt eerst zijn lichtspoorwonden.

Hij brouwt er aan zijn vunzig voer
en voedt zijn voze leden
met doem en diepe duisternis -
als éér zijn ouders deden.

Bij valavond moet hij weer uit
om deemstering te zaaien;
dan dreint hij zijn doordringend lied,
vol raven, roeken, kraaien.

Dan slipt-ie uit zijn duist're krocht,
ontvouwt zijn zwarte luiven;
en duisternissen zwermen uit
om 't àl te overhuiven.

Ik krijg het 's avonds altijd koud
rond 't vallen van het duister;
dan is de nachtzaai weer op sjouw -
ik luister, huiver, luister ...

Schrijver: Floor Koedam, 11 november 2003


Geplaatst in de categorie: lightverse

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 4.737

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)