Mammoet
Het is heel koud in dit gedicht.
Zo koud - voorzichtig met je netvlies -
dat je blij mag zijn om het alleen
te hoeven lezen.
Het is gemaakt van zwarte vingers
en bevroren inkt. Het staat in gletsjers
om me heen verrezen.
Ik heb er lang in rondgedwaald.
Ten slotte ben ik opgegeven,
door de wind in slaap gefluisterd,
weggedoken in de tijd -
Sindsdien kijk ik omhoog door ijs
en luister naar de eeuwigheid.
-----------------------------------------------------
Uit: 'Alle Goeds', 2001.
Inzender: JBF, 5 juni 2004
Geplaatst in de categorie: dieren