inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 509):

De kaartlezers

Dat het dichterbij kwam, daar
waren we wel zeker van. Als duin
zou het in ons huizen. En al
vielen meeuwen vaak uit wolken,
het was er, naderde en naderde.
Zoveel wisten wij.

Het pad, zeker, we tekenden het.
Zo zou het zijn. Alles was in kaart
gebracht en dan zouden we gaan.
Veters gestrikt. Fiets mee. Naar
zee, naar zee waar alles begint.
Zoveel wisten wij.

Maar hoeveel wisten wij niet.
Wij raakten het pad kwijt, konden
de kaart niet meer lezen en
verdronken in zee.

--------------------------------------------
Uit: 'De hengstenvrouw', 1997.

Schrijver: Albertina Soepboer
Inzender: MJ, 24 juni 2004


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.0 met 17 stemmen aantal keer bekeken 13.748

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
yd
Datum:
13 oktober 2004
Email:
yorgos.dalmanwanadoo.nl
Mooi Albertina. Vooral die laatste vier regels slaan in je gezicht - en zo hoort het. Laten we de weg kwijtraken en spontaan verdrinken, dat is pas poezie. Onbederf'lijk!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)