Papa
Zijn dochter koos hem eerst als held.
Hij zonde zich in haar behagen,
totdat Freek Bolmans op kwam dagen.
Toen lag hij op de vuilnisbelt.
In wezen lag hij daar wel goed.
Zo'n man van achtenveertig jaar,
altijd gehoorzaamd door zijn schaar,
moet leren waar men liggen moet.
Maar hij ging haten als de pest.
Eerst Freek, die haar gestolen had
en potverteerde met zijn schat.
Toen haar, die net was als de rest.
Hij rilde als hij naar haar keek.
Niet langer zonnend, in haar lach,
maande hij zich, in zelfbeklag.
Zij zag 't niet. Zij was bij Freek.
Zo stierf een droom en werd een pa
met pijn wat sadder en wat wiser.
Een gouden hart was maar van ijzer.
Een fee bleek doodgewoon een Ka.
De bruiloft kwam hij ook nog door.
Het etentje met Freeks verwanten.
Die lieve tafelspeech van tante.
'Ay', quoth the raven. 'Nevermore...'
--------------------------------------
uit: 'De gedichten', 1974.
Inzender: CT, 5 september 2023
Geplaatst in de categorie: kinderen