inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 726):

Ballade van de jaren

De meest onmogelijke jaren
verstreken waar wij zelf niet waren.

Waar lang en hardop werd geschoten
woonden alleen de tijdgenoten.

Je hoofd in maanlicht - van opzij
een broos en teerbeschilderd ei -

is hoezo hier en heel gebleven,
in slaap en moe van overleven.

Lees in stations de gebiedende wijzen,
de zucht te genezen, de drang te prijzen:

vrij veilig, drink minder, niet lozen, behoud
de grutto, gireer, red het regenwoud,

laat van je horen, vermager en blijf
van de verte, de stilte, de bomen, mijn lijf.

Gewaarschuwd, gesmeekt, bezworen, geboden
worden wij weggejaagd bij de doden,

de vaders en moeders aan zee, in het koren,
de dagjesmensen bij wie wij toch horen.

Zoals wij daar liepen bij poelen en vennen,
zo argeloos willen wij nog zien en kennen.

Wij willen hun vogels, hun blindheid, hun fruit,
hun gras. Wij willen hun tijd niet uit.

--------------------------------------
Uit: 'Liereman', 1996.

Schrijver: Ed Leeflang
Inzender: WdL, 2 juni 2005


Geplaatst in de categorie: tijd

3.0 met 25 stemmen aantal keer bekeken 12.840

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)