Hij die komt noch gaat
Hij die komt noch gaat
geen woorden draagt in zijn mond
hij die geen man meer, nog geen vrouw
met zijn speeksel me wassen zou
hij die het brood bijna breekt
het licht net niet dooft
zich nauwelijks uitkleedt
me rakelings aanraakt
(o de paarse bessen van zijn tong
hoe blauw het dons van zijn dijen
rijzig eindigend in nog zachter)
met hem wil ik slapen gaan
in dag noch nacht
tussen wolk en gras
verstenen in zijn armen
---------------------------------
uit: 'Het huis in het gras', 1982.
Inzender: HA, 17 juni 2005
Geplaatst in de categorie: liefde